2018,  Cycle tour 4000km

#14 Days of survival

Days of survival

Amper foto’s – puur overleven

 

DAG 1
Upper Beaconsfield  > Drouin

Die begon niet helemaal lekker. 

De avond voordat ik zou vertrekken brak één van de zij-riempjes van m’n tas af (zal je net zien).
Gelukkig kon de tas nog wel dicht en zou ik -op mijn eerste dag- een stop maken bij de
dichtstbijzijnde fietsenmaker en kijken wat de opties waren.

Dit was, ondanks het tassen incident, ook nodig geweest..
De lichtste versnellingen (waarvan m’n oom en ik dachten deze gemaakt te hebben) weigerde.

Heuveltje op was gewoon onmogelijk.
En aangezien je versnellingen hier je beste vrienden zijn.. kwam ook dit op het lijstje van de fietsenmaker terecht.

Half tien fietste ik uit Upper Beaconsfield weg, met mn tante zwaaiend in m’n rug,
op naar mijn eerste stop in Pakenham; de fietsenmaker. 

Gelukkig hielp deze snel en gaf mij zelfs wat extra riempjes mee voor de tas.
Nog voor elven was ik goed om verder te gaan. 

‘Nu ga ik echt beginnen’

Het was lekker weer. Een simpele route om te beginnen en het verkeer viel mee qua drukte. 

Ondanks de laatste twee heuvels, waar ik mijn fiets omhoog heb moeten duwen voordat ik op de eerste camping aankwam, ging alles goed. 

Caravan Park ‘EL PASO’
Waar ik Ian en Margaret ontmoette; een ouder stel die op het park woonden. 

Ian was gepensioneerd maar speelde nog in een band als gitarist.
Margaret werkte in een Opp Shop (kringloopwinkel) waar zij o.a barbiekleding voor ontwierp.
Zo had je camping barbie; hippie barbie en rock barbie.
Een handenarbeid waar je zelf niet bij stil staat. Heel leuk om te zien (en ze verkochten nog goed ook).

Ian bracht me naar het dorpje om boodschappen te kunnen doen en samen met Margaret hebben we die avond mijn route, die ik eerder met mijn oom had uitgestippeld, bekeken. 

Zij gaven mij tips en aan de hand daarvan heb ik de route ietsje gewijzigd; zodat ik minder over de grote wegen hoefde te fietsen. Ik kreeg folders mee van de plekken die ik zou tegen komen en werd de volgende dag door Ian uitgezwaaid. Super lieve mensen. 

Een andere man die ik op de camping ontmoette had een aantal jaren geleden een familielid verloren aan kanker.. Een verlies dat zijn gedachten deed omkeren.
‘Ik moet nu leven’.
Hij verkocht zijn huis; ruilde zijn auto in voor een station met trekhaak, kocht een trailer en reed wanneer hij kon het land door; vanuit zijn zelfgebouwde thuishaven op het park.
Bekend verhaal he.

DAG 2
Drouin > Moe

Ochtend struggle..
De avond voor mijn vertrek hadden ik en mijn tante alle spullen in m’n tassen weten te krijgen.
Helaas was ik niet zo slim om hier een foto van te maken zodat ik dit voor de volgende ochtend kon gebruiken.. 

Resultaat?
Het heeft me twee uur gekost alles weer passend te krijgen.
.. Met regen op komst als weersvoorspelling. 

Ondanks het grauwe weer, stevige wind en een paar mini druppels bleef het die dag gelukkig droog.

Tweede stop: Moe.
Moe is een stadje dat zijn economie draaiende hield door de kerncentrales. Maar aangezien deze binnenkort sluit (en er dus al een hoop ontslagen zijn gevallen) heeft merendeel van de bevolking in deze streek financiële problemen. 

Aangezien dit probleem vaak gepaard gaat met criminaliteit, alcohol en drugs; is Meth in dit geval de boosdoener.

Op de camping ontmoette ik tandloze Russel (m’n neef had gelijk toen hij vertelde dat de mensen in Moe geen tandarts kenden).
Russel was aan het rentenieren en had vijf maanden geleden zijn huis verruild voor een caravan met groentetuintje.
Hij vertelde dat zijn zoon verslaafd was aan Meth en wat dat allemaal met zich mee bracht.
Hij sliep tegenwoordig ergens onder bruggen en in toiletgebouwen, verjaagd door poilitie en straatvebod. 

Dit probleem zie je ook terug in het dorp. Merendeel is vervallen en/of verlaten.
Ook was de mentaliteit hier minder open dan dat ik van de Australiërs gewend was. 

Terwijl ik boodschappen aan het doen was, in de Adli, stond ik blijkbaar erg lang voor de rijst.
‘You don’t know which flavour you like my dear?’ Hoorde ik achter me.
Ik draai me om.. en het was alsof mijn eigen oma (die drie jaar geleden overleden is) naast mij stond..

Zelfde houding, zelfde lengte, zelfde gezicht, zelfde aura. Zo bizar.
We hebben even gebabbeld.. zij wees mij haar lievelingssmaak aan en heb deze natuurlijk meegenomen. 

DAG 3
Moe > Morwell > Toongabbie

John, de eigenaar van het Caravan park.
Deze had me bij aankomst al uitgelachen en ‘vermaakt’ met een eng backpacker verhaal
dat zich afgelopen week in Cairns had afgespeeld.

Dit was bij het inleveren van de sleutel hetzelfde. 

‘Thanks for that.. NOT’

Naast de enge verhalen die hij graag wilde delen is hij ook super behulpzaam geweest.
Terwijl ik voor vertrek nog een keer naar mijn ketting aan het kijken was -die weer een raar geluid maakte- schoot hij te hulp. 

‘Achteraf gezien had ‘ie voorbij moeten lopen’ waren zijn eigen woorden – haha.

Na een aantal keren draaien en duwen aan de fiets maakte we het erger..
Hij pakte zijn telefoon en begon te bellen. 

Zelf moest hij naar Morwell toe om een matras op te halen die dag (mijn geluk), en dus heeft hij me, in de pick-up (hop fiets achterin), naar het plaatsje verderop gebracht. Bless him. 

Bij fietsenmaker #2 kwam eruit dat er iets verbogen was; waarschijnlijk gebeurd tijdens de reis na het drie keer inchecken..
Na een uurtje (en 20 dollar verder) was het verholpen. 

Morwell ook weer een beetje ontdekt..

Door dit alles vertrok ik drie uur later dan de bedoeling was.
Wat betekende dat ik eindigde in een klein tussendoor plaatsje; Toongabbie.

Op weg ernaartoe had ik mijn eerste ervaring langs een weg van 100km per uur. Dat was even wennen. Ik heb tussen motorgroeppen gefietst en verkeersontstoppingen gecreeërd met vrachtwagens achter me.. voelde me stoer en bezwaard tegelijk.. Tsja, ik kon geen kant op. 

Aangekomen op het enige Caravan park in de buurt.. staat er CLOSED. 

‘K.U.T’ 

Met een lichte vorm van paniek (en nog anderhalf uur voordat de zon onder zou gaan), ben ik doorgereden tot ik bij een zandweggetje kwam; hier stonden twee huizen.

Ik koos voor het huis met de oude vitrines voor de ramen (wat duidt op oudere mensen wat mijzelf een veiliger gevoel geeft) en heb brutaal aangebeld.

Gretchen opende de deur, een oudere vrouw (heuj) met een super wakende chihuahua.
Zij vertelde dat het park gesloten was vanwege verstopte toiletten maar dat ik wel aan de overkant van het park, beneden aan de rivier, mijn tent kon opzetten.
Maar na de verhalen van John durfde ik niet meer.
‘VERDORIE’.

Ik vroeg of ik mijn tent in haar tuin kon opzetten en gelukkig had zij hier geen probleem mee.
Lang leve het extra voorraadje eten dat ik bij me had; bestaande uit rijst, olijven en salami.
I am safe for the night.

Wel begon ik nu mijn benen te voelen en besloot een dagje rust in de plannen de volgende dag.

DAG 4
Toongabbie > Hayfield

In de tuin van Gretchen kon ik natuurlijk niet blijven. Dus besloot ik 30km verder naar Heyfield te rijden; een rustig dorpje die Ian & Margaret mij aangeraden hadden.
Daar bleek een campingplaats te zijn aan een prachtig meer.

Voor twaalven arriveerde ik in Heyfield, waar ik direct tegen een informatie huisje op fietste. 

Hier werkte Lorraine, de dame die mijn moeder van Heyfield zou worden
(dat wist ik toen nog niet.. en zij ook niet – haha). 

Zij vertelde mij waar ik heen kon gaan en bood me, na mijn kleine angst te hebben gehoord, haar tuin aan. Voor als ik de camping (waar ik waarschijnlijk als enige zou verblijven) eng zou vinden. 

Voordat ik de camping zou bekijken (die 7km verder lag), ben ik eerst een cafeetje in geschoten en heb genoten van een glas rode wijn, fish and chips en WIFI! Na drie dagen zonder gezeten te hebben had ik daar behoefte aan. Iets wat ik niet van mezelf had verwacht.
Drie uur heb ik daar gespendeerd.

Hier ontmoette ik een groep fietsers, die vanaf Sydney waren gekomen.
Zij gaven mij routes en tips. Van een dame kreeg ik haar nummer voor als ik in Sydney zou zijn, om gratis bij haar te mogen verblijven. Wat zijn ze hier toch gastvrij.

Na een voorraadje eten in de lokale supermarkt te hebben gekocht (en een aantal fiets bewonderaars te woord te hebben gestaan) was het HOP naar de camping. 

Wat.een.uitzicht.
Ik was direct verkocht. Ian en Margaret hadden niet overdreven.
Hier zou ik mijn rustdagje spenderen (mijn benen hadden dit echt nodig).

Ik liet Lorraine weten dat ik hier zou blijven voor de nacht. We spraken af dat zij mij de volgende dag rond tien uur zou ophalen om naar het stadje te gaan voor als ik nog iets nodig had. Zij woonde om de hoek en verzekerde mij dat ALS ik bang was vannacht gewoon moest bellen. 

De eerste uren alleen, nadat de eigenaar was vertrokken, voelde goed. Ik liep door de verlaten kleine huisjes en speelde als enige op het strand.

Maar toen de zon eenmaal onder was.. en ik alleen in mn tentje lag..

Eerlijk; Ik was een beetje bang.
Ik heb Lorraine niet gebeld. 

Wel ben ik door een dierbare gedeeltelijk de nacht door geholpen; ook toen ik mensen op het terrein liepen die er niet hoorde te zijn. Je weet; dankje voor deze. 

Het waren niet de dieren en bijkomende geluiden die mij angstig lieten voelen. Deze voelde juist vertrouwd. Het waren de gekke verhalen die ik afgelopen dagen had gehoord. Wat ik eerder zei; mensen gaan in mn hoofd zitten. Vermoorde backpackers enzo.. blahh.

Toch ben ik er nog een nachtje gebleven. 

DAG 5
Hayfield RUSTDAG

Rustdag betekent niks doen. Je lichaam (en hoofd) rust geven.
Dit is dus iets wat ik moet leren. 

Ik ben langs het strand gelopen, heb op het strand gelegen en zocht onbewust activiteiten die ik kon gaan doen.
‘NEE ODET’. 

Uiteindelijk heb ik mezelf in m’n tentje opgesloten en ben een serie gaan kijken; moest mezelf dwingen die rust te pakken.

Lorraine kwam me ‘s avonds eten brengen; vis met brood en salade. Wat een verassing.
Wat ik zei; Mama Heyfield.

De volgende dag stond ik vroeg op om de meeste kilometers te maken van de week; 80km op naar Bairnsdale!  

Via ‘The Rail Trail’.

8 Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published.